1. Wie zorgt er voor de aansluiting op het riool?
De gemeente heeft volgens de Wet Milieubeheer de plicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) te schrijven. In dit plan wordt onder andere aangegeven welke percelen wel en welke percelen niet aangesloten zullen worden op de riolering.
De gemeente heeft volgens de Wet Milieubeheer ook de plicht te zorgen voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater. Deze zorgplicht komt neer op het verplicht aanleggen van een riool of een ander systeem
De gemeente kan ontheffing voor de zorgplicht aanvragen bij de provincie. Als de provincie op grond van het provinciaal ontheffingenbeleid de ontheffing verleent, hoeft de gemeente daardoor niet langer verplicht een riool aan te leggen.
De aansluiting op het gemeentelijk riool is een verplichting voor de burger. Vaak regelt de gemeente het voor de burger, maar het blijft de verantwoordelijkheid van de individuele lozer.
(update juli 2012)
2. Hoe werkt het ontheffingenbeleid van de provincie?
Elke provincie heeft een eigen ontheffingenbeleid geformuleerd. Het komt er op neer dat de provincies bedragen hebben genoemd die de grens bepalen vanaf welk kostenniveau een rioolaansluiting niet meer doelmatig is. De meeste provincies koppelen dit grensbedrag aan het gebied waarop geloosd wordt.
Sommige gemeenten leggen meer riool aan dan ze op grond van het ontheffingenbeleid verplicht zijn. Het ontheffingenbeleid is voor bepaalde tijd, bij een aantal provincies is het beleid inmiddels verouderd.
N.B. elke provincie heeft een eigen ontheffingenbeleid met eigen grensbedragen en voorwaarden.
Frans Debets (update Juli 2012)
3. Als er een riool vlak bij mijn huis ligt, moet ik dan aangesloten worden of mag ik zelf kiezen voor een alternatief?
De wet beschrijft dat de afstand van het perceel tot het riool bepalend is. Als deze 40 meter of minder bedraagt moet de bewoner zich (laten) aansluiten. De aansluitplicht staat in het bouwbesluit. Binnen deze afstand geldt ook een lozingsverbod, dat staat in het Besluit lozing afvalwater huishoudens.
Geert Bril (update januari 2018)
4. Als ik een riool krijg, moet ik daaraan dan meebetalen?
De gemeente mag een deel van de kosten van de rioolaanleg tot aan de perceelsgrens doorberekenen naar de burger. Hierover zijn meerdere conflicten geweest tussen gemeenten en individuele burgers, de rechter heeft aangegeven dat een bedrag van € 3.200,- nog acceptabel is. In een aantal provincies is daarvoor een provinciaal beleid geformuleerd, maar in de praktijk blijkt dat de mate van meebetalen per gemeente verschilt. De kosten voor de voorzieningen op het eigen terrein zijn vrijwel altijd voor de burger.
Frans Debets (update juli 2012)
5. Als ik geen riool krijg wat moet ik dan?
Volgens de wet mag er niet ongezuiverd geloosd worden. De bewoner heeft, als er geen riool is of komt, dus een probleem en hij dient dit op te lossen. Het Besluit lozing afvalwater huishoudens geeft aan dat er een voorziening voor de Individuele Behandeling van Afvalwater geplaatst moet worden, een IBA- voorziening. In de meeste gevallen gaat het om een septictank, soms is dat een mini-zuivering.
Geert Bril (update januari 2018)
6. Welke voorziening voor Individuele Behandeling van Afvalwater moet ik plaatsen?
In de meeste gevallen gaat het om een bestaande lozing in een gebied dat geen bijzondere milieufunctie heeft. In die gevallen schrijft de wet een septic tank voor van 6.000 liter voor lozingen tot 6 persone (6 i.e.)
ls het een lozing op het oppervlaktewater dat een bijzondere milieufunctie heeft dan mag “het bevoegd gezag” (de waterkwaliteitsbeheerder) nadere eisen stellen die door een beter IBA-systeem dan de septic tank kunnen worden gehaald
Bij bodemlozingen is de eis eveneens een 6.000 liter septic tank, maar dan moet er voor het behandelde afvalwater een infiltratievoorziening achter de septic tank worden geplaatst.
Frans Debets (update juli 2012)
7. Wie is het bevoegd gezag?
Als het om een lozing in de bodem gaat dan is de gemeente het bevoegd gezag, als het om een lozing op het oppervlaktewater gaat dan is het de waterkwaliteitsbeheerder van het gebied, meestal is dat het waterschap, soms is het Rijkswaterstaat.
Frans Debets (update juli 2012)
8. Aan wat voor systeem moet je denken als het gaat om een beter systeem dan de septic tank?
Er zijn nu verschillende typen mini-zuiveringen (IBA systemen) op de markt. Deze typen kunnen ingedeeld worden in de hoofdgroepen:
– filtratiesystemen (b.v. het helofytenfilter);
– biorotor;
– submerged bed systeem;
– oxidatiebed systeem;
– actiefslib systeem.
Op basis van de zuiveringsprestaties kunnen de systemen ingedeeld worden in klasse I, II of III.
Klasse I is de septictank.
Frans Debets (update juli 2012)
9. Hoe weet ik of een systeem goed is en volgens een klasse I, II of III presteert?
Inmiddels geldt de EU normering volgens de EN 12566-1 (voor septic tanks) en 12566-3 (voor minizuiveringen). Bij deze norm worden systemen getest door een EU erkend laboratorium. De resultaten van het systeem wordt in en rapport beschreven. De gebruiker kan op de sticker die op het systeem zit, zien of het voldoet aan zijn eisen of die van een overheid. Op de sticker staat ook door welk laboratorium het systeem getest is.
Vaak wordt nog gerefereerd aan de klasse-indeling IBA I, IBA II, IBA III.
De resultaten van de test staan ook vermeld in handleiding bij het systeem. Het zorgvuldig behandelen van het systeem als gebruiker is belangrijk, vooral de IBA II en IBA III zijn complexe apparaten waarmee voorzichtig moet worden omgesprongen en jaarlijks een onderhoudsbeurt moeten hebben.
Een systeem werd rond de eeuwwisseling gecertificeerd worden door Kiwa. Om zo’n certificaat te krijgen moest een systeem een langdurig en zwaar onderzoek ondergaan. Als een systeem een Kiwa certificaat heeft met een klasse aanduiding I, II of III dan mag er vanuit gegaan worden dat het systeem ook werkelijk kan voldoen aan de eisen.
In de praktijk blijkt dat gecertificeerde systemen (ook) problemen kunnen hebben, soms is de aanleg niet goed gedaan of zijn er fouten gemaakt bij de de inregeling en opstart, of er is iets mis met het gebruik. Soms is er geen aanwijsbare oorzaak voor storingen te vinden.
Geert Bril (update juli 2018)
10. Hoe goed is klasse I, II of III?
In tabel 1 staan de waarde van de eisen aan het behandelde water dat uit het IBA-systeem komt (effluent).
Wat erin komt, het influent, is ook weergegeven in de tabel. Deze waarden zijn afgeleid uit de waarden in tabel 2. In deze tabel staan de waarden die als gemiddeld praktijk influent gelden.
De effluent waarden voor steekmonsters staan in tabel 1 met tussen haakjes de waarden die gelden voor een bemonstering die over 24 uren is verzameld.
Tabel 1. De IBA klassen
influent | effluent | effluent | effluent | ||||
Klasse I | Klasse II | Klasse III | |||||
CZV | 600-1000 | 750 | 300 (150) | 200 (100) | |||
BZV | 250-400 | 250 | 60 (30) | 40 (20) | |||
SS | 300-450 | 70 | 60 (30) | 60 (30) | |||
N tot | 50-100 | 60 (30) | 60 (30) | ||||
P tot | 6-16 | alleen voor | klasse IIIB ook: | 4 (2) |
Tabel 2. Samenstelling huishoudelijk afvalwater
|
|
Vrachten |
Parameter |
Concentraties (mg/l) |
(gram/ inwoner/dag) |
Biochemisch zuurstofverbruik (BZV 5 ) |
250-400 |
38-60 |
Chemisch zuurstofverbruik (CZV) |
600-1.000 |
90-150 |
Totaal stikstof (N-totaal) |
50-100 |
8-15 |
Totaal fosfaat (P-totaal) |
6-16 |
1-3 |
Zwevende stof (SS) |
300-450 |
45-68 |
Geert Bril (juli 2018)
11. Kunnen er ook meerdere huishoudens op één systeem?
Ja, dat is mogelijk, de systemen moeten wel aangepast zijn aan de hoeveelheid te verwerken afvalwater.
Bovendien moeten er hele goede afspraken gemaakt (en vastgelegd) worden tussen de huishoudens.
12. Wat kost een systeem?
Een septic tank van 6.000 liter kost globaal tussen de € 1.500,- en € 3.000,-.
Een IBA-systeem dat voldoet aan klasse II of III kost tussen de € 2.000,- en € 6.000,-.
Hierbij is uitgegaan van systemen met een capaciteit van 4 – 6 i.e.
Naast de aanschaf van het systeem moeten ook kosten worden gemaakt voor de aanleg enkele honderden tot duizenden euro’s. Dit bedrag is sterk afhankelijk van de hoeveelheden leidingen die moeten worden (om)gelegd en het graafwerk dat hiervoor nodig is.
(update januari 2018)
13. Wat kost een IBA jaarlijks?
Met uitzondering van de septic tank gebruiken de meeste systemen elektriciteit voor pompjes en besturing. De energiekosten variëren van 5 euro tot circa 150 euro per jaar.
Elk systeem produceert slib, ook een septic tank, dat afgevoerd moet worden. De kosten daarvoor zijn, afhankelijk van de hoeveelheid, circa 100 euro per jaar.
Af en toe zullen delen vervangen moeten worden, soms is dit een onderdeel van het servicecontract.
Als het bevoegd gezag periodiek monsters analyseert zal hiervoor een vergoeding kunnen worden gevraagd.
(update juli 2018)
14. Moet ik dan ook nog reinigingsheffing en rioolheffing betalen?
Met een IBA-systeem behandelt u zelf uw afvalwater, daarom zou uw reinigingsheffing verlaagd moeten worden, wettelijk kan dat ook. Het waterschap kan bij klasse III systemen een korting geven.
De rioolheffing van de gemeente is voor IBA bezitters niet terecht, omdat de gemeente geen afvalwater transporteert van het perceel naar de rioolwaterzuivering.
Als de gemeente IBA diensten aan u levert, wordt dat vaak als rioolheffing verrekend.
(update juli 2018)
15. Hoe regel ik het onderhoud?
Technische controle en klein onderhoud kunnen voor alle typen systemen in eigen beheer worden uitgevoerd, met behulp van de gebruiksaanwijzing/handleiding van de leverancier.
Daarnaast bieden de meeste leveranciers en installateurs de mogelijkheid om een service- of onderhoudscontract af te sluiten.
Bij grootschalige projecten wordt het onderhoud vaak door het waterschap of de gemeente geregeld.
Goed onderhoud is erg belangrijk.
(update juli 2018)
16. Hoe moet de slibafvoer worden geregeld?
Het slib uit IBA-systemen kan verwerkt worden met slib uit de grote rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s). Gespecialiseerde bedrijven kunnen het slib uit de IBA verwijderen.
Regelmatig verwijderen is aan te bevelen, bij IBA II en III eenmaal tot tweemaal per jaar, bij septictanks minmaal éénmaal per twee jaar.
(update januari 2018)
17. Als ik een IBA moet plaatsen, helpt de overheid mij daar dan niet bij?
Er zijn veel gemeenten, provincies en ook wel waterschappen die in het verleden initiatieven hebben genomen om de plaatsing van IBA systemen te begeleiden of zelfs volledig te verzorgen. In ieder geval is op te merken dat gemeenten, ook wanneer ze ontheffing hebben, een taak hebben op het gebied van het faciliteren van de lozers. Al was het alleen maar om te informeren. Gemeenten doen dat ook.
Er zijn een aantal verschillende mogelijkheden te onderscheiden, hier geldt dat deze opties niet afdwingbaar zijn.
Wettelijk gezien is de lozer aan zet. De lozer heeft een grote mate van vrijheid bij het bepalen van zijn/haar oplossing.
Optie a. Ontzorgd door overheden
De aankoop (eigendom), aanleg en beheer zijn in handen van de gemeente en/of waterkwaliteitsbeheerder.
De waterkwaliteitsbeheerder of gemeente draagt de kosten voor aanschaf, aanleg en beheer/onderhoud van het IBA-systeem. De lozer betaalt voor de aansluiting van het IBA-systeem en (een jaarlijkse heffing) voor de beheer- en onderhoudswerkzaamheden.
Aansluiting op een IBA-systeem en het beheer is via een overeenkomst tussen lozer en betrokken overheid geregeld.
Bij koopwoningen gaat deze overeenkomst over naar de nieuwe bewoner.
Optie b: Zelf eigenaar
Aankoop (eigendom) en beheer is in handen van de lozer zelf. De lozer kan eventueel een bedrijf inschakelen voor de feitelijke aanleg en het onderhoud.
Kosten worden door de lozer gedragen, betrokken overheden kunnen bijdragen in de kosten door middel van subsidies.
Optie c: Via een IBA-bedrijf
IBA-systemen worden in opdracht van de lozer geplaatst en beheerd door een IBA -bedrijf opgericht door één of meerdere betrokken overheden en eventuele marktpartijen (bijvoorbeeld gemeente, waterschap, waterleidingsbedrijf).
De lozer is eigenaar van het IBA systeem.
De lozer betaalt voor aankoop en aanleg van het IBA-systeem en heeft een onderhoudscontract met het IBA bedrijf.
De wettelijke basis is dat de lozer zelf alles regelt en dus ook alles zelf betaalt.
(update juli 2018)