Gewenst: Verbod op micro- en nanoplastics

Een verbod op het toevoegen van micro- en nanoplastics is veel effectiever dan de vraag aan de regering om met de industrie (de kleding- en de cosmeticasector) tot afspraken te komen om alternatieven voor deze stoffen te gebruiken.

Vorige week werd in de Tweede Kamer mijn Motie (24300J nr 24)  aangenomen. Hierin wordt de regering gevraagd om de ontwikkeling van standaarden voor het meten van micro- en nanoplastics ter hand te nemen en deze standaarden vervolgens o.a. vast te leggen in de Kaderrichtlijn Water.

Micro-en nanoplastics zitten in lichamelijke verzorgingsproducten zoals shampoos en crèmes en komen vrij bij het wassen van synthetisch textiel zoals fleece. Zoals de naam micro- en nanoplastics al aangeeft, zijn deze stoffen te klein om te met het blote oog te zien en zitten ze goed opgelost in het water.  Deze stoffen worden ook niet uit het afvalwater gefilterd door een RWZI of een IBA-systeem en komen op die manier in het oppervlaktewater (sloten, rivieren en de zee) en belanden ze uiteindelijk weer bij ons zelf op het bord.

Daarom zijn deze stoffen een grote bedreiging voor ons water (en alles wat daar in leeft) en onze eigen gezondheid.

De beste manier is om dit probleem bij de bron aan te pakken b.v. door de invoering van statiegeld op ALLE plastic flessen/flesjes en een verbod op de toevoeging van dergelijke stoffen aan producten.